OK  
  OK        Cancel  
LEIBNIZ, G.W., LEIBNITZ, G.W. Theodicée of proeven over Gods goedheid, 's menschen vryheid, en den oorsprong van het kwaad. In het Nederduits overgebragt en met Aanmerkingen uitgegeven door J. Petsch. Utrecht, De Waal, 1782.
Halfleer. 8°. 3 delen in 2 Banden. *platten en ruggen licht beschadigd, hoeken wat gebutst, papier hier en daar licht roestvlekkig, verder in goede staat*
De 'twede merkelyk verbeterde en vermeerderde druk' van de eerste Nederlandse vertaling van Leibniz' werk. Inhoudsopgave van de 2 banden. Band 1: Lofredenen van Leibnitz door Fontenelle, pp. 1-109; Beknopte historie der Theodicée, pp. 1-58; Voorreden van Leibnitz, pp. 1-54; Overeenkomst van 't geloof met de reden, pp. 1-124; Theodicée 1e deel, pp. 125-276; Theodicée 2e deel, pp.1-235. Band 2: Theodicée 3e deel, pp. 1-250; Kort begrip des geschils, pp. 251-283; Beoordeling van Hobbes werk over de vryheid, pp. 284-310; Aanmerkingen op het werk over den oorsprong van het kwaad, pp. 311-395; De goede zaak van God verdedigd, pp. 396-469; Monadologie of filozoofische grondbeginselen, pp. 470-497; band 2 inclusief naam- en zaakregister. Johannes Petsch, 20 december Bergen, Noorwegen - 26 september IJsselstein 1795. In 1738 maakt Petsch kennis met het piëtisme en besluit theologie te gaan studeren in Kopenhagen. Hier ontdekt hij de filosofie van Leibniz en Wolff en komt in aanraking met de Hernhutters, een piëtistische opwekkingsbeweging. In 1742 bezoekt hij tijdens een studieverlof een Hernhutter-gemeente in Marienborn. Petsch staakt zijn studie theologie en vestigt zich definitief bij de Hernhutters. In 1745 wordt hij predikant en na werkzaam te zijn geweest in Hernhutt, Gnadenfrei (Silezië) en Bergen, krijgt hij in 1749 een aanstelling in Zeist. In 1752 komt het tot een breuk met Nikolaus von Zinzendorf en verlaat hij de Hernnhutters. Petsch vestigt zich in 1754 in IJsselstein waar hij tot zijn dood zal verblijven. In 1758 verschijnt onder de naam Alethophilus Fileusebius 'Beschouwing der beste wereld'. De auteur, de doopsgezinde predikant A. Hulshoff, valt hierin de filosofie van Leibniz aan. Met het in 1760 verschenen werk 'Wijsgeerige en godgeleerde verdeediging der beste wereld ontpopt Petsch zich als verdediger van Leibniz en Wolff in het Nederlandse taalgebied. Tevens werkt Petsch aan een vertaling van de 'Theodicée'. Tussen 1764-1765 verschijnt de eerste druk van de complete vertaling in twee banden. Petsch heeft zijn vertaling gebaseerd op 'Essais de theodicée sur la bonté de Dieu, la liberté de l'homme, et l'origine du mal. Nouvelle edition, augmentée de l'histoire de la vie & des ouvrages de l'auteur, Par M. le Chevalier De Jaucourt', dat in 1747 was verschenen bij François Changuion in Amsterdam, en op de 4e editie van de Duitse vertaling van Johann Christoph Gottsched. De vertaling van Petsch werd goed ontvangen in de Nederlandse tijdschriften. In een recenter artikel over 18e-eeuwse Nederlandse vertalingen van Leibniz en Wolff, oordeelt M.R. Wielema: 'In defending and explaining his favorite Leibnizian concepts and principles, Petsch shows himself a skilled and erudite disciple. In the ample notes appended to his translation of Leibniz' book, he provides a running commentary on its main theses, which are elucidated thereby, and placed in a wider context, as well as on many minor points of detail. He attempts to stick as closely as possible to Leibniz' original opinions, and sometimes criticizes other commentators and translators, in particular Gottsched, for not having understood him properly. He portrays Leibniz as a distinguished Christian philosopher.' Petsch was lid van de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen in Haarlem en van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen in Vlissingen. W. Lütjeharms, 'Twee hernhutters', Nederlandsch Archief voor Kerkgeschiedenis 28 (1936) 107-122. M.R. Wielema, 'Leibniz and Wolff in the Netherlands. The Eighteenth-Century Dutch Translations of Their Writings', Studia Leibnitiana 25:1 (1993) 55-69.
Boeknummer 643611 € 750.00